maandag 28 februari 2011

Workshop Taiko

Diehards, zo voelden we ons toen we op de waterkoude ochtend van maandag 28 februari om klokslag negen uur stonden te rillen voor de deur van Het Muziekhuis in Leiden. En ook al was het binnen minstens net zo fris: toen we eenmaal aan de slag gingen waren we binnen de kortste keren warm. Want vergis je niet: dit is topsport.
Hoewel ik niet voor iedereen kan spreken denk ik niet dat ik de enige ben die zich voelt alsof hij er een behoorlijke fitness sessie op heeft zitten.


Even kort, voor wie niet bij de inleidende lezing van dr. Länsisalmi was: taiko is een van die vele Japanse cultuuruitingen die in de jaren ‘50 van de vorige eeuw tot stand kwam. Wat niet wil zeggen dat er voor die tijd nooit werd getrommeld – integendeel – maar het was wel pas toen dat deze ‘invented tradition’ tot een podiumkunst werd verheven.

De taiko kent een veel dominantere plek in de muziek uit Japan dan ‘gewoon’ slagwerk in de Westerse muziek heeft: alles draait om het ritmische gedreun op de gigantische houten ci-linders: shakuhachi, shamisen en koto (respectievelijk Japanse fluit, gitaar en citer) worden zelden in combinatie met het instrument gebruikt en dienen in deze tak van sport louter voor de intermezzo’s.



Het praktische deel van het tweeluik werd verzorgd door John May, Afrikaans en Japans trommelexpert die meerdere malen naar de bakermat van taiko, in Japan, afreisde. Omdat het iets is wat je echt moet doen om te zien hoe inspannend het is zal ik jullie niet vervelen met technische details. Want naast dat jullie het toch niet thuis zullen kunnen proberen – je wilt de buren te vriend houden – doen deze er op papier niet toe: je moet het echt zelf doen. Door het lage aantal cursisten tijdens de eerste ronde kregen we de kans om de trommels horizontaal te bespelen. Iets wat gek genoeg niet tegennatuurlijk voelde, maar omdat je voortdurend met je benen een behoorlijke strekking moet maken, een tamelijk afmattende variant. De tweede ronde was beter gevuld, waardoor de trommels weer verticaal werden geplaatst.

Toen ik na tweeënhalf uur trommelen weer op de stoep stond had ik – naast armen als een gorilla – een zeer voldaan gevoel. Misschien dat de opleiding dit onmisbaar stukje cultuur op enige wijze in het programma kan verwerken? Binnenkort maar eens een mailtje naar de Opleidingscommissie sturen.