In Japan staan alle huizen los van elkaar. Geen enkel gebouw deelt een muur met de buurman. Soms zit er minder dan 30 cm tussen twee buitenmuren, maar in principe staat elk huis vrijstaand. Dat heeft te maken met traditie, schade en schande. Waar eeuwenlang in hout gebouwd werd, leer je vanzelf dat niet alles in vlammen op hoeft te gaan als er brandgangen gepland worden. Waar bovendien de aarde of de wind nog wel eens heftig te keer gaat, is het ook handig om niet te grote oppervlakken aan elkaar te construeren. Voorts geeft het vrijstaand huis de bewoners ook het zeer gewaardeerde gevoel van privacy. In het westen hecht men daar evenzeer aan, de Japanner heeft echter geen tuinen van meters rondom nodig. Het concept van vrijstaan is voldoende. Zulks kan in Japan met minder dan 30 cm rondom al gerealiseerd worden.
De belangrijkste reden voor het vrijstaand bouwen van de huizen is echter dat alle groepen in de Japanse samenleving gebruik maken van het uchi (in group) en soto (out group) onderscheid. Het is goed te vergelijken met een clan waarvan de leden de in-group zijn en de niet-leden de out-group. Dit concept vindt zijn weerslag in het vrijstaand bouwen van Japanse huizen, de ene clan wil niet aan de andere clan vastzitten.
De nauwste brandgangen tref je in elk geval in de steden. Je kunt er met geen mogelijkheid tussendoor lopen. Toch is ook op het platteland de eigen ruimte om het huis niet groot. Grond is schreeuwend duur. Ofschoon Japan een groot langgerekt land is dat zich uitstrekt vergelijkbaar van Lapland tot de Rots van Gibraltar in Zuid-Spanje, is 70% van het Japanse landoppervlak niet geschikt om te bebouwen. Er zijn bovendien ook veel Japanners. Wie een stuk grond koopt zet er dan ook zoveel mogelijk huis op en stort beton er omheen, functioneel, onderhoudsvrij.
Niet iedereen heeft dus een zo tot de verbeelding sprekende Japanse tuin met vijvers, dromerige stapstenen, elegante lantaarns, gesnoeide azaleacae, rododendrons, bamboe en esdoorns. Dat kan thuis in Nederland iets gemakkelijker gerealiseerd worden. Althans qua oppervlak. In tuincentra verkrijgbare stenen tuinornamenten blijken veelal Chinees van vorm en komaf en een houten lantaarn zoals je ze rond tempels treft, is al helemaal niet te krijgen. Die zullen we zelf moeten maken. Ook al is geen van de Mannen van Omes op dit moment in Japan, het zelf bouwen van een Japanse lantaarn is een prachtige manier om er in gedachten gewoon toch te zijn. Na twee weken contemplatie, zagen, kappen, vloeken en schilderen, staat het onderstaande vrijstaand huisje in wél een tuin.
Op het internet blijkt geen bouwtekening voorhanden, niet op het Engelstalige, maar ook niet in het Japanse deel van het net. Eigenlijk geen verrassing, niemand gaat hem zelf maken in Japan, vanwege het voornoemde gebrek een ruimte, maar ook gebrek aan tijd. Foto’s zijn er wel. Met behulp van foto’s hebben we een replica of in elk geval een impressie gemaakt van de lantaarns zoals we die regelmatig in onze favoriete buurtschrijn in Nishiwaseda bezochten.
Geheel zoals het hoort is ook deze lantaarn in elkaar gezet zonder gebruik van schroeven en spijkers. Houtverbindingen en deuvels, daar draait het om: hout is eerbiedwaardig en dient dan ook met respect gebruikt te worden. Werken met houtverbindingen heet in het Japans Sashimono. Wie op dit woord of op “Japanese joinery” googlet of met name Youtubet, komt verbluffende staaltjes van eeuwenoud, doorgegeven vakmanschap tegen.