Waarde lezers,
De meesten van jullie zijn wellicht bekend met de Japanse auteur Haruki Murakami. In zijn thuisland vinden zijn boeken gretig aftrek, omdat zijn boeken treffend de tijdsgeest van het hedendaagse Japan weergeven. Hij portretteert een Japan dat zich in een spagaat bevind tussen de oude traditioneel Japanse waarde en de nog immer toenemende invloed van het Westen.
Dat deze wrijving tussen oud en nieuw Japan al langer aan de gang is, behoeft voor Japanologen geen uitleg. Al sinds de Meiji restauratie van 1868 trachten de Japanners de onvermijdelijke instroom van Westers cultuurgoed te kanaliseren. Op literair gebied speelde de schrijver Yasunari Kawabata (1899 – 1972) een rol van betekenis in dit proces, en hiervoor ontving hij zelfs de nobelprijs voor de literatuur van 1968. Omdat één van Kawabata’s meest bekende romans, Yukiguni (in het Nederlands vertaald als ‘Sneeuwland’) (1947), gelezen kan worden als een werk dat met de toenmalige identiteitscrisis van Japan probeert om te gaan, wil ik jullie een beknopte samenvatting van de plot geven, alsmede een uitleg hoe Kawabata Japanse traditie in moderne vorm wist voort te zetten.
Het plaatsje Yuzawa vormt het decor waartegen de plot van Yukiguni zich afspeelt. Centraal staat de liefdesaffaire tussen de uit Tokyo afkomstige dilettant Shimamura en de in Yuzawa werkzame geisha Komako. Shimamura is een welgestelde, zelfbenoemde balletexpert en reist af naar het Sneeuwland om te ontsnappen aan het hectische Tokyo. Tijdens zijn verblijf in Yuzawa houdt Komako hem gezelschap. De relatie tussen Shimamura en Komako is vanaf het begin af aan gedoemd om te mislukken.
Deze mislukte relatie vormt het centrale thema van de roman. Komako is geisha geworden zodat zij de dokterskosten van de zieke jongeman Yukio kan betalen. Het wordt niet duidelijk of hij haar verloofde is of niet. Shimamura is een flink aantal jaren ouder dan Komako en bovendien getrouwd. Nadat Shimamura acht dagen in de bergen rond Yuzawa heeft doorgebracht gaat hij naar de onsen (traditionele badgelegenheid waarvan het water aan een geiser ontspringt) en vraagt hij om het gezelschap van een geisha. Omdat alle geisha het echter druk hebben met een festival in het dorp is Shimamura aangewezen op leerling geisha Komako.
Shimamura is een dromerige estheet, die het leven nooit met beide handen aangrijpt maar het liever vanaf een veilige afstand gade slaat. Komako is juist de tegenpool van Shimamura en leeft haar leven juist vol overgave.
Het onvermogen van Shimamura om werkelijk lief te hebben staat telkens weer in sterk contrast met de allesverzengende liefde die Komako voor Shimamura koestert. Na een tijd echter keert Shimamura terug naar Tokyo en bezoekt het Sneeuwland meer dan een jaar later pas voor de tweede maal. Bij terugkeer is Komako een echte geisha geworden. Hun relatie blijft problematisch.
Komako ziet in dat haar gevoelens voor Shimamura zinloos zijn en probeert hem uit haar wezen te bannen. Ze kan Shimamura echter niet zo gemakkelijk opgeven en ze gaat tegen de regels van de geisha-wereld in die stelt dat ze geen liefdesrelatie met een klant mag beginnen.
De verhoudingen worden nog verder gecompliceerd door het meisje Yoko, dat Shimamura aan het begin van het verhaal in de trein heeft ontmoet. Hoewel hij maar enkele glimpen van haar opvangt, voelt hij zich ook sterk tot haar aangetrokken en komt hij in een driehoeksverhouding met Yoko en Komako terecht. Aan het eind van de roman sommeert Komako Shimamura om te vertrekken uit Yuzawa en nooit meer terug te keren. Op deze wijze hoopt ze haar eer als geisha te herstellen en een normaal leven te leiden. Shimamura staat uiteindelijk, hoewel hij maar moeilijk van Komako afscheid kan nemen, op het punt om te vertrekken, maar dan vindt een vreselijke
tragedie plaats in het dorp…
Ten eerste kunnen de reizen die Shimamura vanuit Tokyo naar het plaatse Yuzawa maakt opgevat worden als een reis vanuit de moderne, stadse chaos van Tokyo naar een platteland waar de tijd heeft stilgestaan. Deze reis naar het verleden wordt gelijk in de eerste passage duidelijk gemaakt, als we kunnen lezen hoe de trein van Shimamura door een tunnel het Sneeuwland in rijdt. Kawabata wijdt uit met lyrische beschrijvingen van het landschap, die doen denken aan klassieke Japanse natuurpoëzie.
Ook zorgen de beschrijvingen van traditionele Japanse ambachten, als het bleken van stof voor kimono ervoor dat de lezer zich in een Japan waant waar de jachtigheid van het moderne bestaan nog niet is doorgedrongen.
Ten tweede weet Kawabata moderne literaire stijlfiguren als montage en de traditionele haiku dichtkunst samen te brengen in deze roman. De montage komt treffend naar voren als Shimamura in de treinruit kijkt, en daarin het gezicht van Yoko ziet dat lijkt te drijven in het achterliggende landschap. Yoko staat hier symbool voor zuivere Japanse schoonheid, en door haar te laten drijven in het landschap wil Kawabata wellicht de suggestie wekken dat een dergelijke zuiverheid gedoemd is te verdwijnen in het moderne Japan. Tegenover deze individuele verzuchting van de protagonist staat een universele vergelijking die hij doormiddel van een Haiku maakt. Shimamura vergelijkt een versleten vloer met een versleten koffer die op die vloer staat, en trekt de conclusie dat dit een herfstachtige sfeer oproept.
Tot slot kunnen we concluderen dat Kawabata met zijn roman een poging doet om voor hem onbegrijpelijke modernisering van Japan begrijpelijker te maken. Net als hoofdpersoon Shimamura heeft hij geen echt contact met het veranderende Japan, en grijpt terug op tradities die langzaam maar zeker aan het verdwijnen zijn. Door zijn romans in het gestandaardiseerde Japans dat na de Meiji restauratie tot stand kwam te schrijven, slaagt Kawabata er naar mijn mening goed in om de herinnering aan een traditioneel Japan dat hem zeer na aan het hart ligt levend te houden. Ik kan iedereen dan ook van harte aanbevelen om Yukiguni ter hand te nemen en je mee te laten slepen door deze fascinerende klaagzang over het lot van traditioneel Japan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten