Waarde lezer. De afgelopen week heb ik doorgebracht met proefcolleges, het oriënteren op de activiteiten van de fotoclub waar ik lid van wil worden en een nacht in het Japanse uitgaansleven voor buitenlanders. Voor de proefcolleges had ik me ingeschreven voor een aantal cursussen die ik wil volgen, maar er was gelukkig alle gelegenheid om ook proefcolleges te volgen die me pas halverwege de week waren opgevallen. Na heel wat passen en meten heb ik een programma samengesteld waarin ik mijn basis-Japans weer kan ophalen en volg ik enkele inhoudelijke vakken. Zo lijkt het college schrijfvaardigheid me zeer nuttig om een fatsoenlijke paper in het Japans te kunnen schrijven en volg ik twee colleges waar we gezamenlijk korte Japanse verhalen zullen lezen. Van mijn eerste echte academische week en voornoemde pleziermakerij wil ik jullie graag verslag doen middels deze blog.
Een dag met colleges aan de Waseda-universiteit is opgebouwd uit zeven perioden. Iedere periode beslaat anderhalf uur, hetgeen twee keer zo lang is dan een enkel collegeuur in Leiden. Tussen de perioden vindt een pauze plaats van tien minuten, die door de geringe afstand tussen alle gebouwen waar ik college heb afdoende is om van het ene college naar het andere te gaan. De uitgestrektheid van de Waseda campus is wel enigszins te vergelijken met de afstanden tussen de universitaire gebouwen in de Leidse binnenstad. Echter, waar de Leidse universiteit meer een deel is van de stad, lijkt Waseda meer op een autonoom stadje in de Nishi Waseda wijk van Tokyo. Zo beschikt elk universitair gebouw van enig formaat over een Konbini (Japanse afkorting van Convenience Store) waar niet alleen broodjes en koffie worden verkocht, maar ook zaken als een nieuwe panty of een deodorantflesje kunnen worden ingeslagen. Je wilt immers niet met een ladder in je panty gezien worden in een cultuur waar uiterlijke verzorging hoog in het vaandel staat en al helemaal geen zweetlucht verspreiden tijdens de snikhete Japanse zomers. Voorts zijn de konbini alle voorzien van kopieerapparaten voor de student die zijn werkstuk tussen de colleges door even wil printen en is de aanwezigheid van een geldautomaat een uitkomst, omdat er in Japan nog veel met cash wordt betaald.
Mijn colleges worden voornamelijk gegeven in gebouw 22, aan de noordzijde van de campus. Dit gebouw huisvest naast het centrum voor Internatonal Education het Talencentrum, dat mijn programma van 別科日本語専修課程 (Bekka Nihongo Senshuukatei, oftewel speciaal college specificatie Japans)verzorgt. Omdat het talencentrum niet alleen lessen Japans samenstelt voor buitenlandse studenten, maar ook samenwerkt met de Graduate School of Japanese Linguistics kan er worden ingespeeld op de nieuwste inzichten in taalverwerving en taalkunde. Zo hanteert men, verrassend genoeg, een aanpak die veel lijkt op de Leidse manier van taalverwerving. In plaats van teksten in hun geheel te lezen en alles van buiten te leren, is het belangrijker om zinnen en woordenschat te verwerven die van nut zijn in het dagelijks leven. Wel is de structuur van het programma beter te noemen dan in Leiden, omdat de onderdelen als spreken, luisteren en karakters schrijven in de cursus Communicatief Japans die ik volg nauw op elkaar aansluiten. Het is met name prettig dat de karakters naar orde van veelvoorkomendheid worden aangeboden. Zodoende is het makkelijker om een basis op te bouwen dan in het geval van de kanji toetsen in Leiden, waarbij alle kanji uit een tekst die toevallig over internationale betrekkingen gaat moeten worden geleerd. Uiteraard toont degene die een dergelijk vocabulaire onder de knie krijgt blijk van inzet als hij de toets maakt, maar de geleerde karakters worden weer net zo hard vergeten als ze ver boven het eigenlijke niveau van die persoon zijn.
Ook het college 'Reading Japananese Short Stories' was verrassend, omdat hier in plaats van een vooraf gestelde canon van korte verhalen sprake was van eigen inbreng van de studenten. Voor het eerste proefcollege stond een verhaal van Murakami Haruki op het programma, maar bij de volgende colleges is het de bedoeling dat we zelf verhalen aandragen die we de moeite van het bespreken waard vinden. Door vervolgens het verhaal thuis alvast te lezen en de kernzin, onduidelijke delen en andere aantekeningen op een opdrachtenvel in te vullen, worden we getraind in het lezen van Japanse literatuur. Het college 'Immersing in the Literature' borduurt hier op voort en gaat dieper in op het gevoel dat literatuur bij de lezer ervan teweeg brengt. Door eerst in de klas te discussiëren over de verschillende gevoelens die een tekst bij verschillende lezers teweeg brengt, kan een dieper begrip van de manier waarop literatuur werkt, of niet werkt, worden verkregen. Al met al blijkt de aanpak bij deze literatuurcolleges progressiever dan ik had gedacht en ik kijk dan ook uit naar de eerste reguliere colleges aankomende week.
Naast het leeraspect is natuurlijk ook het sociale leven op de campus van belang. Waseda is één van de internationalere universiteiten van Japan, hetgeen al blijkt in mijn college taalverwerving. Ik zit met studenten uit Saudi-Arabië, Korea en de Verenigde Staten in de klas en uiteraard communiceren we met elkaar in het Japans. Als internationale student is het wel wat lastig om het Japanse studentenleven binnen te dringen, aangezien de gewoonte van de Japanners om alles in een vaste groep te doen zich ook vertaald naar de universiteit. Als je als buitenlandse student in contact wil komen met Japanse studenten, is het zaak dat jij naar een bepaalde club toegaat en zelf het initatief neemt om lid te worden. Als je eenmaal lid bent van een club is het wel zaak om er regelmatig te komen, want er wordt erg veel waarde gehecht aan het groepsgevoel dat zo kan ontstaan. Als westerse student die gewend is aan het zelf bepalen wanneer je wel of geen zin hebt in het deelnemen aan je studie- of studentenvereniging is het zeker even wennen. Echter, doordat ik regelmatig de lunch gebruik met de leden van de Waseda International Club (WIC) en hun evenementen zo vaak mogelijk probeer te bezoeken begint men mij ook te kennen. Kortom, na de aanvankelijke schroom om verplichtingen aan te gaan te hebben overwonnen, blijkt hoe leuk het kan zijn om gewoon even bij elkaar te zitten en het met elkaar over de start van het nieuwe collegejaar te hebben.
Naast de Waseda International Club ben ik ook op zoek gegaan naar een club met een concreter doel en vond deze in de vorm van fotografieclub Scharade. Afgelopen vrijdag was de introductiebijeenkomst van de club waarbij ons een blik werd vergund op de donkere kamer van de club. Deze donkere kamer is, net als de clubruimte van Scharade in het 学生会館 (Gakuseikaikan, studentenclub gebouw) gevestigd. Aangezien Waseda de universiteit is met de meeste clubs van Japan is het bestaan van een dergelijk gebouw zeker gerechtvaardigd en de indeling van het gebouw bleek weer een staaltje van Japans compact bouwen te zijn. Rondom een centrale liftschaft is in carrévorm een twintigtal kamertjes van gelijke afmetingen gebouwd. In ieder kamertje kunnen de bestuursleden van clubs overleggen en kan het materiaal worden opgeborgen. Aan één zijde van de lift kan men vervolgens beschikken over een grote open ruimte met lange tafels, waar in dit geval de uitleg van Scharade werd gehouden. Op deze manier wordt de fragmentatie van bestuurslokalen, zoals in Leiden, voorkomen. Ook hoeft er nooit verhuisd te worden naar een ander lokaal, omdat de aanwezige ruimte maar één functie heeft.
Hoewel ik de indeling van het clubgebouw en het idee van de clubs op Waseda kan waarderen, was ik wel even verrast over de inhoud van de uitleg. Verwacht hebbende dat ons een uitlegsessie over fototechnieken en bewerking ten deel zou vallen, had ik voor de zekerheid mijn camera meegenomen. Echter, na het bezichtigen van de donkere kamer bleek de jongen die het woord voerde geen stof meer te hebben. De aanwezigen bleken duidelijk in hun vrijdagmiddag modus te zitten, want op een paar mensen na stelde niemand echt vragen over de activiteiten van de club. Gelukkig was er aansluitend een Nomikai (drinkgelag), alwaar we onder het genot van gefrituurde etenswaren en bier nader op de vereniging in konden gaan. Zo kwam ik te weten dat er onder andere een trip naar een fotografiewinkel op stapel staat en dat Scharade ook regelmatig natuurwandelingen organiseert, om zo gezamenlijk foto's te nemen van de omgeving.
Na de nomikai van Scharade wilde ik eigenlijk naar de dormitory gaan om bij te slapen, maar Joakim, een Noorse uitwisselingsstudent, haalde me over om met hem mee te gaan naar de Nomikai van de Niji no Kai (de andere internationale studentenclub). Daar aangekomen konden we nog het staartje van de tweede sessie meemaken. Veel van de aanwezigen waren naar goede gewoonte al flink in de olie, waardoor de gebruikelijke klompen en tulpen-riedel nog gretiger aftrek vond dan anders. Om elf uur was de tweede sessie afgelopen, maar één meisje van de Niji no Kai bleek haar verjaardag te willen vieren in Roppongi Hills. Dit beruchte uitgaansdistrict is beroemd om zijn clubs waar met name Amerikaanse buitenlanders een Japanse schone proberen te versieren en het is tevens één van de weinige plekken in Tokyo waar (door buitenlanders) gevochten wordt in de nachtelijke uurtjes. Dit klinkt gevaarlijker dan het is, want twee jaar geleden ging ik er ook uit en was er op twee vechtende buitenlanders geen sprake van een grimmige sfeer.
Er hangt veeleer een lachwekkende sfeer, omdat alle verhalen die je over het Roppongi leest voor je ogen bewaarheid worden. Zo werd ik een aantal malen benaderd door Thaise en Chinese dames, die me in gebroken Japans en Engels een massage aanboden. Resoluut werd ik door iemand van de Niji no Kai voorgeduwd als ik een dergelijk aanbod kreeg. Later vernam ik namelijk dat deze dames je hun massagesalon inlokken en je op dusdanige wijze diensten aanpraten dat je deze hoe dan ook niet kunt betalen. Zodra blijkt dat je niet over voldoende geld beschikt volgen er uiteraard minder vriendelijke zaken.
De hinderlaag van masseuses overleefd hebbende, kwamen we aan bij de Vanity Club. Mijn buurjongen in de dormitory had me toevertrouwd dat dit de meest fameuze club voor Gaijin (minder positieve term voor buitenlander, die als buitenstaander vertaald kan worden) in Tokyo is. Dit bleek inderdaad het geval, want de meest buitenissig uitgedoste Japanse meisjes verdrongen zich in de rij, terwijl smoezelig geklede Amerikanen zich grijnzend in diezelfde rij voegden. Het gevoel van algehele foutheid werd nog eens versterkt door het feit dat mannen 3500 yen toegang moesten betalen en vrouwen gratis naar binnen mochten. Eenmaal binnen bleek het aanwezige publiek tegen de dertig te lopen en duidelijk op zoek naar elkaar. Vanuit aangrenzende privé-lounges werd menige blik vol verlangen naar de dansvloer geworpen. Niet geheel positieve herinneringen aan schoolfeesten op de middelbare school kwamen prompt naar boven, maar we besloten er in te berusten en konden toch nog heel aardig dansen met de mensen van de Niji no Kai.
Na dit avontuur in de Japanse clubscene bracht ik de rest van het weekend door met een taalcollege op zaterdag en bijslapen na alle introducties en feestjes. Voor morgen staat een karaktertoets op het programma, en een Picknick met de mensen van de WIC in het Okuma park van de universiteit. Voorts zal er verderop in de week door de Niji no Kai een bijeenkomst georganiseerd worden waar we meer kunnen leren over de Japanse cultuur. De colleges die ik volg staan nu vast en ik hoop mijn eerste bezoek aan de gym te gaan brengen. Ik hoop in ieder geval dat jullie zo weer een duidelijker beeld hebben van mijn doen en laten in het Japanse. Blijft vooral deze blog bezoeken want binnenkort komen er ook weer nieuwe foto's op. Wederom bedankt en tot later!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Het is ons wel duidelijk geworden dat je je absoluut niet verveelt in het verre Tokyo. Volgens ons ben je al aardig gewend met de gang van zaken op de uni en in het studentenleven.
BeantwoordenVerwijderenSucces van de week met de eerste echte lessen.
(heerlijk om je verhalen te lezen.)
Toevallig het korte verhaal Tony Takitani? Is een van mijn favorieten!
BeantwoordenVerwijderenInteressant verslag, Pim. Mooi om te zien dat je studentenleven al goed op gang is gekomen, wat ook betekent dat je Japans een enorme boost gaat krijgen. Keep up the good work!
BeantwoordenVerwijderenGroeten uit Leiden en natuurlijk het Arsenaal.