vrijdag 2 september 2011

Gewijde grond: Nikko revisited

Op twee en een half uur noordwaarts reizen met de comfortabele bullettrain ligt de stad Nikko, met de Toshogu-schrijn waar de as van Tokugawa Ieyasu wordt bewaard. Mijn studievriend Jurre houdt zich bezig met de geschiedenis van het shogunaat en wilde zijn korte bezoek aan Japan graag afsluiten met het ronddolen in het mausoleum van de belangrijkste shogun, de eerste die van een losse verzameling rivaliserende rijkjes een verenigd Japan maakte. Het door Ieyasu gestichte Tokugawa-shogunaat overleefde tot het midden van de negentiende eeuw. Terwijl Japan in die periode volledig was afgesloten van de buitenwereld, kende het vrede en stabiliteit. Voor dit soort kernwaarden kom ook ik graag mijn bed uit, ik ging met Jurre mee.

In 2006 was ik voor de eerste keer in Nikko. De titel-afbeelding van deze blog is een foto van dit eerdere bezoek. Wij mannen van Omes beschouwen deze foto nog steeds als de mooiste ooit door ons genomen en beschouwen ons bezoek aan de Toshogu en al die andere tempels en schrijnen die zich tegen de heilige berg vleien, als een van de belangrijkste redenen om ons te blijven bekwamen in de Japanse taal en cultuur. Het was uiteindelijk Nikko dat ons Japan in zoog. Nikko is voor alle Japanners gewijde grond, maar ook voor ons bijzonder.

Nikko is tegenwoordig synoniem met de Toshogu-schrijn, maar al vanaf de 8e eeuw was de berg naast de stad een veelbezochte plaats. De plek was al eerder befaamd en een must-have-been. Een boeddhistische monnik, Shodo Shonin, richtte er een bedevaartsoord op. Wie uit de trein stapt komt Shodo tegen. Zijn standbeeld verwelkomt je.





De Shihonryu tempel die door Shodo werd opgericht als de hoofdtempel van de Tendai sekte, ontwikkelde zich in de loop der eeuwen tot wat vandaag het Rinno-ji tempelcomplex wordt genoemd, met een hoofdtempel en 15 kleinere gebouwen. Op het terrein van de tempel worden fraaie voorbeelden van Japanse tuinen zorgvuldig onderhouden. Wie een beeld in gedachten heeft van typisch Japanse landschaptuinen, met rondgeschoren azalea's en rhododendrons, heeft zich dat beeld vermoedelijk gevormd met behulp van de vele foto's die van deze modeltuinen gemaakt worden.











De Futarasan jinja is vermoedelijk de mooiste schrijn van Japan. Midden in een woud van cryptomeria's, Japanse ceders, met geen ander geluid dan dat van de semi, de cicaden. De strakke lijnen van langgerekte oudrode paviljoens kruisen met torenhoge, rechtopgaande oeroude en even rode cederstammen. Hier wordt de aarde gevierd in alle stoerheid en soberheid. Hier wordt eer bewezen aan de kami, hier aard je.
De talloze torou en lantaarns zijn zonder uitzondering alle prachtig overdadig bemost en lijken als paddestoelen overal rond de bomen uit de grond te schieten. Nergens op de wereld ruikt het zo naar bos. Het complex ademt rust en vertelt dat het er altijd al is geweest en ook altijd zal zijn. Aan alle takken van alle struiken zijn gevouwen papieren wensjes en gebeden bevestigd. Als het hier niet lukt, lukt het nergens, zoveel is zeker.


In tegenstelling tot de vorige keer regende het ditmaal niet.

Naarmate je hoger klimt op de heilige berg wordt de architectuur uitbundiger en wellicht kitscheriger. Uiteindelijk waan je je in China of Korea. In het Toshogu-complex werd 500 kg goud en 370 kg zilver verwerkt. Overigens bevindt zich in Nikko niet alleen het mausoleum van Ieyasu, ook de kleinzoon Iemitsu heeft er zijn laatste rustplaats in de Taiyuinbyo. (Jurre kon er zijn hart ophalen!) Iemitsu liet gedurende 20 jaar de Toshogu bouwen om zijn grote opa te eren en besloot er zelf ook een 'tempeltje' voor hem zelf bij te zetten. Qua grandeur wint opa met vlag en wimpel, maar de Taiyuinbyo doet er niet echt veel voor onder. De pracht en praal wordt niet alleen benadrukt door het glimmende goud en zilverwerk, maar ook door de (wellicht) overkill aan ornamentiek van dakdragende constructies en houtsnijwerk. Er is geen vlak stukje onbewerkt hout te vinden, en de daken beuren op van de draken.










PS: Veel meer foto's staan op flickr. Klik hier om ze te bekijken!

Na een stevige klimpartij door een cederbos arriveer je uiteindelijk hoog boven de schrijn, op de berg, bij de laatste rustplaats van de shogun, wiens as er wordt bewaard in een enorme bronzen urn.
Ik realiseer me dat dit de tweede keer binnen een week is dat ik me dicht bij de hemel bevindt. Waar de eerste keer bevredigend is voor het individu dat een afmattende sportieve prestatie heeft voltooid, vier je hier in stille gezamenlijkheid de geschiedenis van Japan. Gewijde grond. Ik ben blij dat ik hier ben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten