zondag 16 december 2012

Dingen die je mist: de Kohaku Uta Gassen

Op Oudejaarsavond zullen we ons dit jaar vermoedelijk bezig houden met oliebollen, de zoveelste eindejaarsconference of een ander door Nederland belangrijk geacht televisiespektakel. Wij denken dan met weemoed terug aan Oudjaar 2011, in Japan, waar de hele natie aan de buis gekluisterd is voor de Kohaku Uta Gassen. Tijdens dit wervelende, uren durende songfestival maken afwisselend fonkelnieuwe groepen, heel oude Enka en gevestigde artiesten hun opwachting. Ook wij waren totaal in de ban van Kara, Aiko, de Sukiyaki-song, en Arashi, die naast optreden ook het geheel aan elkaar praatten. Bord op schoot, bierru uit blik en genieten maar. Volop.


De Kohaku Uta Gassen (紅白歌合戦, letterlijk: 'De liedjesstrijd tussen rood en wit') is een evenement zonder weerga. De meest populaire artiesten van Japan (en sinds enkele jaren ook Korea) worden op basis van geslacht over de teams verdeeld: rood voor de dames, de heren doen het met wit.

In de daaropvolgende uren brengen de artiesten hun nummers live ten gehore. Soms is dat te horen (hier en daar namen wij onzuiverheden waar, om het maar eens voorzichtig uit te drukken), maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dezelfde stemmen op cd ook niet altijd loepzuiver zijn. In de Japanse popmuziek gaat het, veel meer dan om zangkunsten, om de totale beleving: dans en choreografie, make-up, hairstyling, kostuums, decors en uitlichting, glitter en bling.

Het geheel wordt tussen de nummers door aan elkaar gepraat door afwisselend de captains van het rode en witte team. Vorig jaar waren dat actrice Mao Inoue voor het rode damesteam en boyband Arashi voor wit. Dat leverde dus de voor ons ongebruikelijke situatie op waarbij één meisje (Mao) steeds door vijf jongens werd onderbroken.

Na ruim vier uur (vaak komt het aantal te zingen liedjes boven de vijftig uit) bepaalt het 3000-koppige publiek samen met een vakjury welk team gewonnen heeft. Aan het oordeel van de jury mag daarbij getwijfeld worden, aangezien enig verstand van of verbintenis met de Japanse muziekindustrie allerminst een vereiste is. Op 31 december 2011 ging de overwinning naar het rode team.

We waren die avond getuige van de 62e editie van de Kohaku, die al sinds 1951 door televisiestation NHK wordt uitgezonden. Dit Japanse equivalent van de Nederlandse publieke omroep zendt niet alleen uit, maar produceert ook: dat betekent dat deelname aan de Kohaku uitsluitend op uitnodiging van NHK geschiedt.

Uiteraard vindt deze selectie plaats op basis van populariteit en kwaliteit van artiesten. Om bepaalde groepen kan men simpelweg niet heen. Echter, geheel volgens Japanse traditie, waar men niemand voor het hoofd wil stoten als dat enigszins te vermijden valt, wordt de selectie ook gemaakt op geografische en demografische gronden: artiesten worden ook zorgvuldig en evenwichtig geselecteerd op regio en op doelgroep. Zo kan het dan ook gebeuren dat relatief onbekende zangers en zangeressen zich voor de duur van één nummer aan de natie mogen presenteren.

Deelname wordt daarom altijd als een enorme eer beschouwd. Bovendien werkt het twee kanten op: enerzijds krijgt de carrière van de artiesten die op de Kohaku te zien zijn geweest een enorme boost; anderzijds weet NHK zich hierdoor altijd vóór de commerciële zenders te verzekeren van de meest populaire artiesten van het afgelopen kalenderjaar.

Want Japan zou Japan niet zijn als het evenement ongekopieerd was gebleven: op een commercieel net trad op hetzelfde moment een tweederangs garnituur aan sterren op. Wel leuk, maar niet van het niveau van de Kohaku Uta Gassen. Oneindig jammer dat we er hier niet naar kunnen kijken.

We wonen in Nederland tussen Engeland en Japan in. Waar in Engeland elke TV-persoonlijkheid bulkt van de humoristische zelfspot, wordt in Nederland door de cabaretier van dienst de draak gestoken met andermans falen, in politiek of maatschappelijk opzicht. Wie boven het korenveld uitsteekt wordt afgemaaid. De eigen positie van de conferencier staat niet ter discussie. En zo vinden wij het blijkbaar leuk.

In Japan gaat het op Oudjaar niet om politiek, en eigenlijk ook niet om humor. Ze doen gewoon met zijn allen zo mooi mogelijk hun ding. Al werd vorig jaar bij wijze van uitzondering natuurlijk wel veel aandacht geschonken aan de slachtoffers van de tsunami in noordoost Japan.

Maar dat was dan ook wel een heel uitzonderlijke gebeurtenis. Laten we luchtig eindigen: Geniet van het volgende Kohaku-voorbeeldje en la-la-la-la-la gerust mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten