donderdag 20 december 2012

Hoofdstedelijke statussymbolen

Binnenkort zal de heilige berg Fuji niet meer te zien zijn vanaf de straten van Tokyo. Althans, zo kopte de krant The Japan Times. Inwoners van de Japanse hoofdstad zijn daar, zo blijkt uit het artikel, nogal van ondersteboven. Waarom?

Fujisan, met zijn 3776 meter de hoogste piek van Japan, is een berg zoals ieder kind deze zou tekenen: perfect driehoekig van vorm, de top immer met sneeuw bedekt. Omdat de slapende vulkaan zo hoog boven zijn omgeving uittorent is hij – als het helder weer is en er geen smog in de lucht hangt – vanuit de wijde omgeving te zien. Ook vanuit het ruim 100 kilometer verderop gelegen Tokyo.


Fujisan vanuit Fujimizaka, Tokyo

Om te begrijpen waarom deze berg per sé te zien moet zijn kan wat achtergrond geen kwaad. in de Edo-periode (1603-1868), toen de centraal gelegen stad Kyoto nog de hoofdstad van Japan was, ontleenden de inwoners van het oostelijk gelegen Edo (zoals Tokyo toen heette) status aan de berg. Niet voor niets figureert Fuji in veel van de werken van de bekende houtsnedekunstenaars Katsushika Hokusai en Utagawa Hiroshige. Met name Hiroshige’s serie 36 uitzichten op Fuji geeft een goed beeld van de vele plekken van waaruit de berg destijds te zien moet zijn geweest. Het ontbreken van zowel hoogbouw als smog speelde daarbij een belangrijke rol.


Fujisan vanuit Nihonbashi, Edo-Tokyo (Hiroshige)

Maar die tijden zijn voorbij. Miljoenenstad Tokyo barst onderhand uit zijn voegen, dus bouwt men steeds verder de hoogte in. Ook in Arakawa-ku, de laatste wijk van waaruit Fuji op straatniveau te zien was. Het uitzicht vanaf de zogenaamde Fujimizaka (富士見坂, letterlijk: ‘Fuji-bekijk-berg’) dreigt nu dus te worden geblokkeerd door een nieuw appartementencomplex. En daar is men op zijn zachtst gezegd niet blij mee.

Dat Fuji vanaf de steeds hogere gebouwen ook prima te zien is, telt niet. Juist het idee dat de heilige berg vanaf de straat bekeken kan worden appelleert aan de hoofdstedelijke trots. Dat dit in de praktijk nog maar vanaf één speciaal daar naar genoemde plek mogelijk is maakt niet uit: vanuit Tokyo is Fuji te zien. En vanuit Kyoto niet.

Want de onderlinge gezonde rivaliteit uit de Edo-periode is blijven bestaan, is mijn ervaring. Zo werd mij, toen ik in 2010 in Kyoto verbleef, door mijn Tokyo-vrienden toevertrouwd dat men daar veel onbeleefder zou zijn in het verkeer. Of dat zo is weet ik niet, ook al heb ik in drie dagen in Kyoto meer bijna-aanrijdingen gezien dan in twee maanden in Tokyo. Stom toeval?

Hoe het ook zij: in het geval dat Fuji daadwerkelijk uit beeld verdwijnt, heeft de hoofdstad altijd nog de Tokyo Sky Tree achter de hand. Dat men trots is op deze 634 meter hoge televisietoren bleek wel in 2011, toen ik met een bevriende Japanse familie de nog in aanbouw zijnde toren ging bekijken. De constructie zou pas een half jaar later worden geopend, maar dat was niet te merken: de merchandise vloog de winkels al uit, parkeerplaatsen in de buurt van de toren waren zeldzaam, en – leve Japan - speciaal daarvoor aangestelde wachten spoorden voetgangers aan om niet te lang in bewondering omhoog te staren en zo de stoep te versperren. Zie ook een eerdere blog van ons.

Toen ik daar, omringd door goedkeurend knikkende Japanners, naar boven stond te kijken beschouwde ik de Sky Tree als iets waar heel Japan trots op kon zijn. Na het bericht over de boze reacties op de uit beeld verdwijnende Fuji weet ik dat echter zo zeker niet meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten