Tot nu toe zijn op dit blog voornamelijk cultuurverschillen tussen Nederland en Japan en onze reisverslagen aan bod gekomen. Aangezien ik momenteel voor mijn scriptie bezig ben met moderne Japanse literatuur uit het begin van deze eeuw, wil ik jullie graag een beknopt overzicht van het leven van schrijver Yasunari Kawabata bieden. Ik hoop dat jullie hierdoor niet alleen gestimuleerd worden om een werk van één van Japan’s beroemdste schrijvers te lezen, maar ook een idee krijgen waarom Japan en haar cultuur mij zo blijft boeien.
Yasunari Kawabata werd in 1899 in Osaka geboren, in een familie die reeds sinds lange tijd haar aristrocratische wortels kwijt was. Zijn jeugd werd gekenmerkt door een stroom van tegenslagen. Zijn vader, een dokter met een broze gezondheid, overleed toen hij twee was. Kawabata’s moeder liet een jaar later het leven. Toen de jonge Kawabata daarop bij zijn grootouders in Osaka zijn intrede nam moest hij al snel afscheid nemen van zijn grootmoeder en zusje en bleef alleen achter met zijn blinde grootvader.
Kawabata verhuisde naar Tokyo in 1917 om de middelbare school te bezoeken en startte in 1920 met een studie aan het Engels department van de Universiteit van Tokyo. Daar hielp hij om Shinshichō, het literaire tijdschrift waarin Kawabata debuteerde, opnieuw leven in te blazen. Kawabata zou gedurende zijn leven actief betrokken blijven bij literaire tijdschriften. Ook was hij lid van de jury die de eerste Akutagawa prijs toekende in 1935 en hielp hij de carrières van vele jonge schrijvers een duwtje in de goede richting geven.
Kawabata’s eigen carrière nam een aanvang halverwege de jaren ’20. Nadat hij in 1925 een dagboek publiceerde over het leven met zijn grootvader, volgde het volgende jaar één van zijn meest beroemde werken, De Danseres van Izu (伊豆の踊り子. In deze novelle wordt het verhaal van de onbeantwoorde liefde van een middelbare scholier voor een danseres die optreedt met een rondreizende groep muzikanten beschreven. Het werk was een doorslaand succes en bleek de eerste incarnatie te zijn van Kawabata’s meest geliefde thema “De ontdekking van een maagdelijke meisje van eenvoudige komaf door een uit gestudeerde man uit de grote stad. Ook schreef Kawabata in deze jaren het script voor de film Een Bladzijde van Waanzin(狂った一ページ), een film die zich afspeelt in een op hol geslagen gekkenhuis, schreef hij een aantal korte verhalen over de snel veranderende stad en publiceerde in delen De Scharlaken Bende van Asakusa (浅草紅団), dat een collage van het leven in de Dancehalls en café’s in Tokyo’s vermaaksdistrict aan de lezer bood.
In 1934 begon Kawabata aan Sneeuwland(雪国)te werken. Het verhaalt van de hopeloze liefde tussen een welgestelde toneelrecensent uit Tokyo en een Onsen-Geisha uit de bergen van Niigata. Het kwam uit in 1937, waarna in 1948 een herziene versie werd gepubliceerd. Kawabata’s manier om zijn romans te schrijven, was behoorlijk ongebruikelijk. Hij schreef een boek nooit met een strak plot, van begin tot einde. In plaats daarvan schreef hij een episode, publiceerde deze en voegde daar weer een nieuw hoofdstuk aan toe zodra hij inspiratie kreeg. Hij verklaarde tenslotte een werk als voltooid, wanneer hij aanvoelde dat het zijn definitieve vorm had bereikt.
Kawabata’s werk belichaamt volgens sommigen de kern van de Japanse ziel. Dit, omdat zijn dubbelzinnige en gefragmenteerde manier van schrijven meer met de traditionele Haiku poëzie van doen lijkt te hebben dan met modern proza. Men moet echter oppassen om in Kawabata niet louter een vertegenwoordiger van Japanse schoonheid te zien. Gedurende de jaren 20 probeerde Kawabata namelijk bewust om technieken uit het Europese modernisme in de Japanse literatuur te verwerken, terwijl spaarzame dialogen, de afwezigheid van commentaar en plotselinge veranderingen van tijd en plaats veel gemeen hebben met de zich dan ontwikkelende techniek van de cinema.
Gedurende de oorlog werd Kawabata opgeroepen om verschillende plichten te vervullen voor het militaire bewind: hij moest de dagboeken van soldaten die op het punt stonden naar het front te gaan bewerken, Japan’s veroveringen in China vanaf het slagveld verslaan en in april 1945 tijd doorbrengen bij het Kamikaze corps op Kagoshima. Edward Seidensticker, die Kawabata naar het Engels vertaalde, suggereerde dat Kawabata niets van doen wilde hebben met nationalistische sentimenten en alles van een afstand gade sloeg. Echter, het is niet onaannemelijk dat Kawabata middels zijn berichtgeving het militaristische bewind steunde.
Toen Japan op de knieën werd gedwongen door de geallieerden, startte Kawabata een uitgeverij om vooroorlogse literaire meesterwerken uit te brengen en een tijdschrift om nieuw schrijverstalent een kans te geven. In de vroege jaren 50 publiceerde Kawabata De Meester van het Go-spel(名人), Duizend Kraanvogels(千羽鶴)en Het Geluid van de Berg(山の音). Deze werken zijn trouw aan zijn opmerking dat hij ‘na de oorlog niet anders kon dan klaagzangen over het verdwijnende na-oorlogse Japan te schrijven’, en behandelen de dood, bedriegerij en het verdwijnen van traditie. Latere werken uit de jaren 60 als De schone slaapsters(眠れる美女)handelen over de emotionele isolatie en fysieke impotentie die mannen in de herfst van hun leven overkomt.
Kawabata’s werken zijn vanaf het midden van de jaren 50 vertaald en zijn reputatie, geholpen door zijn functie als ambassadeur van de Japanse literatuur, verspreidde zich snel naar het buitenland. Internationale erkenning leverden Kawabata de Nobelprijs voor de literatuur van 1968 op, maar Kawabata’s gezondheid nam snel af en de zelfmoord van zijn protégé, schrijver Yukio Mishima, bracht hem een emotionele klap toe. Op de avond van 16 april 1972 begaf Kawabata zich naar zijn schrijfkamer in Kamakura en beroofde zichzelf van het leven.
Dat de werken van Kawabata een complexe persoonlijkheid weerspiegelen, moge nu wel duidelijk zijn. Ook is goed terug te lezen hoe Kawabata worstelde met het verdwijnen van Japanse literaire tradities, maar desalniettemin probeerde om een nieuwe Japanse literatuur te beginnen waarin hij het moderniserende Japan kon vangen. Zijn omvangrijke oeuvre is daarom een laatste manifestatie van een verdwijnende tradtie, alsook een poging om die traditie te transformeren in een stijl die de tand des tijds kan doorstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten