zaterdag 16 april 2011

Medische finesse

Zoals ik met mijn vorige blog al duidelijk maakte, gaat het leven in Tokyo gewoon weer door. Ook het universitaire leven gaat aanstonds beginnen. Begin mei zal namelijk het eerste semester van het collegejaar 2011-2012 aan Waseda geopend worden. Echter, voor het zover is moeten vakken worden geselecteerd, studenten-id's opgehaald en vinden uiteraard introductieactiviteiten voor de buitenlandse studenten plaats. Dit alles zal vanaf donderdag aanstaande plaatsvinden, dus tegen die tijd zal ik die belevenissen gaan optekenen. Waar ik al wel over kan berichten, is de medische controle die ik vandaag moest ondergaan. Waar het de student aan de universiteit Leiden vrijstaat om al dan niet zijn gezondheid te laten onderzoeken, acht de bureaucratie van Waseda het wenselijk om dit verplicht te stellen. Om een lang verhaal kort te maken, vandaag was de dag dat ik mijn schroom om in een buisje te urineren overwon en kennis maakte met de geoliede machine van de Japanse medische controle.

Het deelnemen aan de controle had nogal wat voeten in de aarde, want bij aankomst bleek ik een studenten-id nodig te hebben. Aangezien men dit pas aankomende donderdag uitreikt aan de buitenlandse studenten, trok ik de stoute schoenen aan en probeerde het alvast op te halen. Na enige navraag bleek mijn studentenkaart verkrijgbaar in het Center for International Education (CIE). Nadat ik mijn probleem had uitgelegd in het CIE, bood men duizendmaal excuses aan en werd in allerijl het id aangemaakt. Daarop wachtende, verschafte ik mij eens een blik op het kantoor waar ik in was beland. In tegenstelling tot het stereotype van de spaarzame en strakke Japanse inrichting, lagen de stapels paperassen schijnbaar kris kras over de bureaus verspreid, enkel onderbroken door een tussen de chaos opduikende laptop of pennenbak. De dame die mij hielp bewees echter precies in de gaten te hebben waar mijn gegevens lagen en griste het juiste papier in een oogwenk tussen de stapels vandaan. De studentenkaart kreeg een tijdelijk label opgeplakt, omdat deze eigenlijk nog niet beschikbaar hoort te zijn. Na echter plechtig te hebben beloofd mijn kaart weer om te wisselen voor een permanent exemplaar mocht ik de ruimte verlaten met het bewijs dat ik aan deze universiteit studeer.

De daadwerkelijke medische controle vond plaats in het Ono auditorium. De rij die bij mijn aankomst al lang was, bleek te zijn aangezwollen tot Efteling-achtige proporties. Twee volledig geüniformeerde universiteitswachten uitten zo nu en dan kordate aanwijzingen om de rij in goede banen te leiden. Op deze manier werd gewaarborgd dat er geen gaten zouden ontstaan, die de doorstroom zouden belemmeren. Het wachten verliep dan ook voorbeeldig en van individuen die doodleuk verderop in de rij wilden invoegen was geen sprake. De kalme atmosfeer werd eenmaal onderbroken door een kleine aardbeving, maar veel meer tumult dan een paar blikken van verstandhouding en de uitroep 'aha een aarbeving' veroorzaakte dit niet.
Eenmaal bij de balie bleek behalve het buisje urine en mijn studentenkaart ook een persoonlijk gezondheidscertificaat vereist te zijn. Als bij toverslag kwam bij de Japanse studenten om mij heen een groen papiertje tevoorschijn, waardoor ik me toch enigszins benauwd voelde dat ik bij gebrek aan dit papier voor niets in de rij had gestaan. De uitwisselingsstudenten bleken echter als eerstejaarsstudenten te worden beschouwd, en kregen netjes een nieuw certificaat.

Binnen bleken ouderejaars de doorstroom van controlepost naar controlepost te moeten organiseren. Japan kent het senpai-kouhai systeem, waarbij de senpai (ouderejaarsstudent) de meerdere is van de kouhai (jongerejaarsstudent). Het principe is enigszins te vergelijken met de feuten bij studentencorps Minerva, die in hun eerste jaar moeten doen wat de ouderejaars hen opdragen. Belangrijk verschil is echter dat dit stelsel in Japan ook functioneert buiten het huis en de sociëteit en dat het veel serieuzer wordt genomen. Hoewel sommigen misbruik maken van hun positie, ziet de meerderheid van de senpai het ook echt als taak om hun kouhai onder de hoede te nemen en door het universitaire leven te loodsen. Aanwijzingen in welke rij men moest staan en vermaningen dat men achter en binnen markeringen op de grond moest wachten namen de wachtenden derhalve zeer ernstig. De senpai lieten telkens een vast aantal studenten naar in dit geval de urinecontrole door, waarbij elke balie was genummerd en dit nummer ook werd toegewezen. Gewend zijnde aan de Nederlandse situatie, waarbij het dringen geblazen is en niemand precies weet wat er moet gebeuren, was dit een zeer verfrissende ervaring.

Nadat de urine werd getest, was het de beurt aan de röntgenfoto. Een draagbare röntgencabine was in een collegezaal gezet. Na het laten zien van mijn persoonlijke gezondheidscertificaat, kreeg ik een nummertje en was ik inclusief shirt aan en uittrekken in een minuut door het apparaat heen. Deze procedure van in de rij staan, certificaat laten zien en de volgende keuringsprocedure ondergaan verliep telkens zeer gezwind. Zo doorliep ik achtereenvolgens nog het meten van mijn gewicht en lengte, bloeddruk en nam men een interview af om eventuele ziektes in het dossier te kunnen opnemen. Het meten van de lengte en gewicht verliep trouwens zeer ingenieus, bovenop de weegschaal had men een meetlat gemonteerd, die automatisch de lengte van de persoon die erop stond opmat. Een geautomatiseerd balkje daalde zo voorzichtig neer, totdat het door je hoofd werd gestopt, en gaf de bereikte hoogte elektronisch door aan bedienende zuster.

Na afloop van al deze keuringen kreeg ik een stempel op mijn gezondheidscertificaat en voelde ik me net een nieuwe televisie die een volautomatisch keuringsproces had doorlopen. Dit wil niet zeggen dat de behandeling onpersoonlijk was, integendeel. Iedere student werd met de grootst mogelijke zorg behandeld, zij het wel in een veel hoger tempo dan dat ik in Nederland gewend ben.

1 opmerking: