woensdag 5 augustus 2009

Een Japanse universiteit en een rondvaart met de bierboot

Zo gezegd, zo gedaan: op de zonovergoten ochtend van maandag 3 augustus togen wij richting Takasaka-station, alwaar wij Yuki ontmoetten om de reis verder met haar voort te zetten. Bij iedere overstap voegde een klasgenoot van Yuki zich bij het gezelschap, en zo kwamen we uiteindelijk 5 man sterk in het stadje Hachiouji aan.

Het Japanse onderwijssysteem lijkt sterk op het Amerikaanse en dus heet vrijwel alles wat op middelbare school volgt ‘universiteit’. De grootte van universiteiten verschilt dus nogal, simpelweg omdat het er zo veel zijn. Maar wat we hier zagen deed qua omvang zeer zeker aan Europese universiteiten denken: een gigantische campus, volgebouwd met zeker net zulke kolossale gebouwen, strekte zich voor ons uit.
Een wandelingetje van 5 minuten voerde ons langs het gigantische auditorium (een ietwat vreemde combinatie van Oost Aziatische architectuur en Griekse zuilen), een flinke tuin met een vijver ter grootte van een klein meer, barstensvol koikarpers en de pas opgetrokken officiële bezoekersingang die met haar meerdere oprijlanen meer deed denken aan de ingang van een attractiepark. Aangezien elk gebouw duidelijk was voorzien van het logo en de naam van de universiteit en de naam zowel in onze vocabulaire als in die van het elektronisch woordenboek niet voorkwam, vroegen we waar ‘Soka’ eigenlijk voor stond.

De universiteit bleek verwant aan de Soka Gakkai, met 20 miljoen aanhangers wereldwijd de grootste stroming binnen het zogenaamde Nichiren Boeddhisme, wat op zijn beurt weer een stroming binnen het Boeddhisme is. Hiermee kan ook de enorme tentoonstellingsruimte voor de oprichter van de universiteit verklaard worden: deze man is tevens voorzitter –hij leeft nog- van eerder genoemde stroming, en bij alle aanwezige studenten was dan ook het respect voor hun rector magnificus waarneembaar.

Na de middagmaaltijd gebruikt te hebben met Yuki en haar vrienden Chika, Takahiro, Aki en Shoudai vervolgden we onze tour over de campus. De volgende attractie was het nieuwe sportcentrum, dat zes sporthallen, een 200 meter lange indoor-track, een voetbalveld, een honkbalveld en meerdere tennisbanen omhelsde. Zelfs in vakantietijd was het druk bevolkt met studenten die allerhande sporten beoefenden, variërend van basketbal tot tafeltennis.

De rondleiding ging door de slopende hitte van gebouw tot gebouw – van airco tot airco - waardoor de tijd omvloog. Aangezien we nog een reis van 2 uur voor de boeg hadden keerden we rond vieren huiswaarts. In de trein bespraken we zowel in Japans als Engels –Yuki en haar vrienden studeren deze taal en vormden daardoor prima gesprekspartners- verschillen tussen Japan en Nederland. Net als op de heenreis stapte iedereen bij een andere halte uit, en zo kwam het dat we rond half zeven weer met zijn tweeën op Takasaka stonden, uiteraard na Yuki uitvoerig te hebben bedankt voor de leuke dag.


Op een boot ter grootte van een klein cruiseschip zouden we de volgende dag de verjaardag van een van Eri’s vriendinnen gaan vieren. Ze gingen gekleed in niet alleen sfeerverhogende, maar –zo bleek later- ook prijsverlagende yukata: wie in Japans zomergewaad kwam kreeg 1000 yen korting op de bootreis. Daar Japanners net als Nederlanders geheel terecht niet vies zijn van zulke voordeeltjes liepen er honderden mannen en vrouwen in traditionele kledij over de pier die toegang verschafte tot de boot. Pim en ik vielen in onze Westerse kleding gelukkig niet geheel uit de toon, daar er meer dan genoeg Japanners waren die in pak de boot opgingen, hoogstwaarschijnlijk om na een lange dag hard werken te proberen een van de dames in gewaad aan de haak te slaan: menigeen gaf zijn ogen goed de kost.
Niet alleen de kleurige kleding, maar ook het feit dat aan boord zoveel gedronken mag worden als men zelf wil droeg bepaald bij aan de feestvreugde. De boot was nog niet los van de kade of enkele reizigers konden amper meer op hun benen staan, al is het wel eerlijk hierbij te vermelden dat de gemiddelde Aziaat slecht tegen alcohol kan en de meesten na drie glazen al aan hun tax zitten.

Naarmate de avond vorderde raakten de kenmerkende gebouwen van Tokyo verder uit het zicht en nam het aantal zwalkende Japanners toe. Toen de boot uiteindelijk op de helft van de tocht was aangekomen en begon aan de draai voorafgaand aan de terugreis besloten Eri en haar vriendin Wakana dat het tijd was om de jarige Sayaka hun cadeau aan te bieden. Aangezien dit ondergoed betrof werden Pim en ik even benauwd aangekeken, waarna we besloten even de andere kant op te kijken tot het cadeau was bekeken en weer vlug weggestopt, wat weer beantwoord werd met een opgeluchte blik van Japanse kant.
Onze parfum viel gelukkig ook zeer in de smaak –Pim had het die middag op aanraden van Eri gekocht- en in het kielzog van een tevreden Sayaka vervolgden we onze reis richting het zijdek, vanwaar de weer dichterbij komende stad goed te zien was. Vrolijk pratend en foto's nemend –af en toe verstoord door wat bierregens van een hoger gelegen dek- vloog de tweede helft van de reis om.

In een stampvolle trein reisden we terug naar het knooppunt Ikebukuro, waar we, alvorens over te stappen, nog gauw even purikura –vaste prik na een gezamenlijke bezigheid- namen.

Foto’s van de beschreven activiteiten zijn te bekijken in het fotoboek! Om weer eens af te sluiten met een quote van de dag, wederom van Pim: ‘Ach, er zit ook een wijngids in het elektronisch woordenboek.’

Tot morgen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten