maandag 3 augustus 2009

Tofu ijs en de grootste lederen Snoopy ter wereld

Zoals gewoonlijk was de heer des huizes, Takuo Ikeda, afgelopen vrijdagavond weer thuisgekomen, zodat er plannen voor het weekend gemaakt konden worden. Na enig overleg opperde Tomoko dat we op zaterdag nog een keer naar de papiermakerij konden gaan die de eerste keer dat we er waren helaas al gesloten was. Zo gezegd, zo gedaan en na een rustige ochtend stilden we rond het middaguur onze trek met pizza en togen we naar het 'traditional arts and crafts centre'.

Na binnenkomst werden we ontvangen door een oudere mevrouw die er eerder uitzag alsof ze bij een bloemisterij werkte dan in een papiermolen. Echter, nadat ze doorhad dat Tom en ik haar Japans prima konden volgen, werd al snel duidelijk waarom ze een tuinschaartje en enkele bermplanten in haar handen droeg. De Japanners hebben van oudsher een voorliefde voor het gebruik van natuurlijke materialen en we zouden allerhande planten en bloemen in het handgeschepte 'Washi' (letterlijk: Japans papier) gaan verwerken. Nadat Tom en ik onder enige begeleiding een achttal postkaarten uit de papierpulp gezeefd hadden, kon het versieren beginnen. Ogenschijnlijk zonder al te veel moeite fabriceerde onze 'sensei' een prachtige libelle terwijk ze enkel een rietpluim, papieren oogjes en een paar bloemblaadjes gebruikte. Tom en ik trachtten eenzelfde resultaat te bereiken, maar hoewel we het niet onaardig deden, oogstte alleen Tom bewondering onder de aanwezigen voor het 'kawaii' beertje dat hij had gemaakt. Na voltooiing van de acht kaarten zouden ze enkele dagen moeten drogen, waardoor we de kaarten komende woensdag opgestuurd krijgen. Het was de gebroeders Omes, die normaliter een gezonde tegenzin tegen alles wat op knutselen lijken te koesteren, in ieder geval erg meegevallen!

Op de terugweg naar huis bezochten we de tofuspeciaalzaak, waar volgens de Ikeda's toch echt de lekkerste tofu in de omgeving werd verkocht. Om te bewijzen dat zijn woorden geen grootspraak waren, kocht Takuo ons allen een ijsje dat voorzien was van de beroemde tofusmaak. Hoewel we zeer onze best moesten doen om iets te proeven, smaakte het ijs inderdaad naar tofu. Met de Japanse voorliefde voor flauwe en vage smaakjes in het achterhoofd konden we ons voorstellen dat deze tofu hun smaakbeleving perfect belichaamt.

De avond werd door moeder, vader, Hiromi en Tom op huiselijke wijze voor de televisie doorgebracht. Eri en ik hadden wildere plannen, want we zouden de nacht gaan doorbrengen in één van de grotere uitgaansdistricten van Tokyo, Roppongi Hills. Om negen uur namen we de trein vanaf Takasaka en enkele stations later voegde Sayaka, een vriendin van Eri, zich bij ons. Dat de Japanners het menigmaal zelfs te druk hebben om hun vrienden te ontmoeten, bleek uit het gegeven dat Eri en Sayaka hun belevenissen van het afgelopen half jaar aan elkaar vertelden. Na een onderhoudend gesprek over de verschillen tussen de Japanse manier van werken en de Nederlandse, arriveerden we voor we het wisten op de plaats van bestemming.

Het Roppongi district had nog niet zo lang geleden een grondige vernieuwing ondergaan en dit was goed te merken aan de gloednieuwe beton-, glas- en staalmassa om ons heen en de in gezonde welstand verkerende Japanners om ons heen. Na een ijsje te hebben gegeten op een patio met gemakkelijke stoelen (die niet aan de ketting lagen omdat niemand het in zijn hoofd haalt om ze mee te nemen) togen we naar een club met de fantasierijke naam 'Gaspanic'. Waarschijnlijk was de naamgever van deze club geïnspireerd door de gasaanvallen die in de jaren negentig in de metro van Tokyo waren uitgevoerd, maar uiteraard was van paniek niks te merken in de club. Dat Japan zich ook niet kan onttrekken aan de invloed van de Verenigde Staten bleek door de Amerikaanse hiphop, drankjes en gewaagde outfits die we binnen aantroffen. Het Japanse tintje was echter wel degelijk aanwezig. Toen ik mijn tomatensap omstootte verontschuldigde de medewerker zich en begon prompt de vloer te boenen en als men iets wilde bestellen hoefde je maar een kik te geven en er stonden prompt twee of drie barmedewerkers voor je neus. Nadat een andere vriendin van Eri, Wakana, zich bij ons had gevoegd verkasten we naar een andere club. Deze 911/Black (waar halen ze het toch vandaan...) was echter reeds gevuld met enkele figuren die hun handen niet goed thuis konden houden en om vijf uur besloten dat het goed was en namen we de trein naar huis.

De volgende ochtend luidde het devies "bij dag de man bij nacht de man", en om tien ging de reis naar opa en oma Ikeda, om bij hen op ziekenbezoek te gaan. Samen met Takuo's broer en diens vrouw haalden we Yoshiyuki Ikeda op uit het verzorgingstehuis waar hij verblijft om hem even samen te laten zijn met zijn vrouw Tsuyuko die - apart van hem - in het ziekenhuis van Yokohama ligt. Na de beide echtelieden weer aan de zorg van hun instelling te hebben toevertrouwd, vond de lunch plaats bij McDonalds, alwaar we enige tijd vastzaten door een plotselinge hoosbui. Nadat de regen enigszins was geminderd, namen we afscheid van Takuo's broer en besloot Takuo zelf dat het tijd was om wat op te vrolijken door een bezoek aan het Kirin biermuseum.

Tijdens een rondleiding leerden we dat het bier duizenden jaren geleden in Babylon was uitgevonden en voor religieuze doeleinden werd gebrouwen. In Europa zou de brouwkunst echter pas tot grote bloei komen en in het Tsjechische Pilsen werd de basis gelegd voor 's wereld meest gedronken bier: de Pilsener. De Japanners zouden echter de Japanners niet zijn als de laatste ontwikkelingsfase niet in Japan zou hebben plaatsgevonden. Vol overtuiging vertelde de gids ons dat Kirin de Pilsener had geperfectioneerd en dat ook andere biersoorten als de Stout door het bedrijf naar een hoger plan waren getild. Nadat de rondleiding door de productiefaciliteit afgerond was mochten we zelf gaan proeven of de gids de waarheid had gesproken. Het goudgele gerstenat smaakte inderdaad erg goed, maar Tom en ik misten uiteindelijk toch de afdronk van een Europees biertje. Zoals bij de meeste Japanse levensmiddelen was de smaak namelijk na twee minuten al in geen velden of wegen meer te bekennen.


Opgevrolijkt door de bierervaring zouden we hierna nog een bezoek brengen aan een reuzenrad in Yokohama van waaruit we een prachtig uitzicht hadden op nachtelijk Tokyo. Ook troffen we hier in de Snoopy winkel de grootste lederen Snoopy ter wereld aan. We keerden bijtijds huiswaarts want de volgende dag stond de universiteit van Yuki Tonegawa alweer op het programma. Hierover in de volgende blogpost meer. De foto's zijn door mijn waarde broer bijgewerkt en in de fotogalerij te bekijken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten