maandag 19 juli 2010

Karigurashi no Arrietty: hoe Ghibli haar vorm weer hervond

Waar de laatste tijd enige twijfels waren gerezen over producties als Gedo Senki (Tales from Earthsea) en Gake no ue no Ponyo (Ponyo on the Cliff) heeft Ghibli zich naar mijn mening ten volle weten te revancheren met de nieuwe film. Ik mocht hem gisteren genieten. En zelfs dubbel genieten, want ik zat tussen mijn beide vriendinnen Eri en Tomoko in. Dat had overigens voor hen een praktische reden: mij werd de taak opgedragen om de popcorn vast te houden en eerlijk te distribueren.

Als een nieuwe Ghibli in première gaat, is dit in Japan vaak aanleiding voor lange rijen bij de bioscoop en box office records die in het geval van Spirited Away zelfs de cijfers van Titanic voorbijstreefden. Echter, toen Tomoko, Eri en ik in onze stoel zaten, bleek de helft van de zaal leeg te zijn. Daags na de première zou het toch drukker moeten zijn, maar dit zou gelukkig geen voorbode voor de kwaliteit van de film blijken.

Karigurashi no Arrietty is losjes gebaseerd op het boek The Borrowers van de Engelse schrijfster Mary Norton. De plot handelt over een gezin van mensjes ter grootte van een lilliputter, de Clocks. Vader Pod, moeder Homily en dochter Arrietty wonen onder een grote mensenhuis en ondernemen nachtelijke expedities om spullen als suiker, spelden en knijpers te lenen waarmee zij hun huishouden comfortabeler kunnen maken. Als 14-jarig zelfbewust meisje belichaamt Arrietty de typische Ghibli protagonist, die nog op zoek is naar haar plaats in de wereld. Op een nacht maakt Arrietty samen met vader Pod haar eerste nachtelijke expeditie, maar ze laat in haar onbesuisdheid een klontje suiker vallen. De volgende dag wordt het klontje tot haar ontzetting terugbezorgd door de jongen Shō, een van de mensen die het huis waaronder de Clocks leven bewoont. Shō is een ziekelijke jongen die wegens zijn hartproblemen in bed moet blijven, en al snel begint hij ter afleiding van zijn ziekte de kleine mensjes onder de vloer spullen uit zijn geërfde, kostbare poppenhuis te geven. Hoewel moeder Clock meteen wil verhuizen als ze erachter komt dat Arrietty door een mensenjongen is ontdekt,geeft vader Pod haar het voordeel van de twijfel. Echter, de gouvernante die op Shō moet passen, gooit roet in het eten. Ze ontdekt het bestaan van de kleine mensjes en al snel volgt een klopjacht waarbij zelfs de ongedierte bestrijding wordt ingezet om de Clocks uit te roeien...

Nu is dit gegeven in boekvorm al eens benoemd tot één van de belangrijkste kinderboeken van de twintigste eeuw, maar Ghibli weet het op onnavolgbare wijze weer in tekenfilm vorm te gieten. Alhoewel Ghibli oprichter Miyazaki Hayao de film ditmaal niet zelf regisseert, is zijn hand duidelijk zichtbaar. Regisseur Yonebashi Hiromasa neemt onder andere diens voorkeur voor prachtig geaquarelleerde achtergronden over. Ook neemt Yonebashi alle tijd om plaatsen van handeling als de keuken en de kamer van Shō weer te geven in al haar details. Met name de scene waarin vader Pod en dochter Arrietty de keuken overzien blinkt uit. Eerst wordt minuten lang de ogenschijnlijk zo gewone keuken vanuit het perspectief van de kleine mensen in beeld gebracht. Een tikkende geiser en een brommende koelkast verworden zo van onschuldige keukenapparatuur tot vreeswekkende machinerieën. Als Pod vervolgens voorzichtig afdaalt in de keuken, blijken ook huis, tuin en keuken artikelen als plakband en garen opeens van onschatbare waarde te zijn. Door de plakband onder zijn scboenen te fixeren kan Pod de tafel beklimmen en met behulp van het garen hijst hij zijn dochter Arrietty omhoog.

Niet alleen op het gebied van tekenwerk is de film weer een terugkeer naar Japans perfectionisme op de vierkante millimeter. Ook de op het eerste gezicht wat simpele plot weet te overtuigen. We zijn getuigen van Arrietty die tussen de belangen van haar gezin moet kiezen, en haar verlangen om de aardige jongen die het suikerklontje terugbracht nog eens te ontmoeten. Wanneer de Clocks in de problemen komen door Arrietty, toont ze naar goede traditie haar sterke, onafhankelijke karakter en weet ze haar gezin te redden door samen met Shō tegen de gouvernante ten strijde te trekken. Shō weert zich ondanks zijn ziekte eveneens erg kranig, waardoor de film ondanks de bescheiden ontwikkelingen appelleert aan de nog altijd sterke bewondering in Japan voor diegenen die zich ondanks beperkingen naar beste kunnen blijven inzetten.

Ghibli fans die zich na het aardig getekende, maar van een mager verhaal voorziene Gedo Senki, en het voornamelijk op kinderen gerichte Gake no ue no Ponyo ietwat in de steek gelaten voelden door Miyazaki, kunnen weer opgelucht ademhalen. Tekenstijl en verhaal zijn dik in orde, en ook de sfeervolle Bretonse muziek droeg er aan bij dat ik een kleine twee uur ademloos de wereld vanuit een miniatuur perspectief mocht aanschouwen. Yonebashi toont zich in ieder geval een waardige kandidaat om Miyazaki Hayao, van wie men fluistert dat hij de studio met zijn 69 jaar bijna gaat verlaten, op te volgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten