Niet lang geleden werd er in Nijmegen geploeterd op de Vierdaagse van Nijmegen. Broeierige warmte, blaren, zouttekort, uitdroging, misselijkheid, het zijn voorwaar barre omstandigheden. Hadden zij maar de umeboshi gehad, de ingelegde en gedroogde Japanse pruimen. Wij denken dat Japanners niet zo zeer zo oud worden van een levenlang vis eten als wel van het dagelijks gebruik van de umeboshi in de keuken en onderweg.
De ume wordt ook wel liefkozend de blauwe diamant genoemd. Strikt genomen is het geen pruim maar een abrikoosvariant die haar weg 1300 jaar geleden van China, via –zoals zovaak- Korea naar Japan heeft gevonden. Ook toen al slaagden de Japanners er in om een reeds bestaand product te verrijken en te verbeteren: de Japanse ume is ronder en groter dan de Chinese variant en bevat nog meer voedingsstoffen, die de eretitel diamant onder het fruit rechtvaardigen.
Een prima snack dus, zeker met deze hitte die –helaas- met geen woorden te beschrijven is: je moet het ondergaan. Zij die Japan eerder in de zomer bezochten weten waar ik het over heb, en kennen ook de gelukzalige verlichting die een ume in dergelijke omstandigheden biedt. Verkrijgbaar bij elke Konbini (dus letterlijk op elke straathoek). Met name de gedroogde variant is populair, want makkelijk mee te nemen. Een opvallend detail is dat, in tegenstelling tot bijna alle andere producten in de Japanse geoliede consumptiemaatschappij de umeboshi geen enkele reclame behoeven - maar toch gretig aftrek vinden. De Japanner weet wat te doen om kwiek te blijven in de zomer.
Vanuit thuis is een verlanglijstje opgesteld met mee te brengen boodschappen en souvenirs uit Japan. Bovenaan staan steevast de roze zakjes umeboshi.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten