Met meer dan 12 miljoen inwoners is Tokyo de dichtstbevolkte stad ter wereld. Onze verblijfplaats Higashimatsuyama is gelegen in de provincie Saitama, die samen met de provincies Chiba, Kanagawa en Tokyo het zogenaamde Groter Tokyo vormt: een gebied dat 35 miljoen mensen werk en woonplaats biedt. Tomoko spreekt echter over Higashimatsuyama als zijnde platteland. Pim en ik vonden dit aanvankelijk wat kort door de bocht: de stad huisvest immers fabrieken van grote ketens als Bosch en Meiji (een Japanse levensmiddelenproducent) en is –vergeleken met ons eigen platteland- ronduit druk te noemen. Slechts één dag in Tokyo dwingt ons onze definitie van drukte te herzien.
Vanuit de trein is het al zichtbaar: de –hoewel zeer dicht bij elkaar gebouwde- vrijstaande huizen maken plaats voor steeds hogere flats. De rijstvelden nemen in oppervlakte af tot ze helemaal verdwenen zijn. Het uitzicht op de bergen in de verte wordt doorkruist door kluwens van telefoon- en elektriciteitsdraden en verdwijnt tenslotte compleet achter de gevels met daaraan hoofdpijnopwekkende neonreclame.
Het is lastig om niet gedesoriënteerd te raken in bijvoorbeeld Shibuya, waar op het drukste kruispunt ter wereld de zebrapaden werkelijk alle kanten op wijzen. Om tijd te winnen hoef je zo, wanneer je naar de schuin tegenover gelegen overkant wilt, niet twee maal over te steken. Dit leidt tot een overlapping in het midden van de kruising, maar gek genoeg niet tot botsingen: men manoeuvreert rustig tussen elkaar door zonder snelheid te verminderen.
Dat zoveel mensen op relatief zo'n klein oppervlak zonder problemen met elkaar kunnen leven is al een hele prestatie. Echter komt daar ‘s zomers ook nog eens de hitte bij.
Gisterochtend gaf de televisie aan dat in Tokyo het kwik tot 35 graden zou stijgen. De gevoelstemperatuur lag echter vele malen hoger, wat te wijten is aan de honderdduizenden airco’s die weliswaar voor koelte in winkels en kantoren zorgen, maar tegelijkertijd al deze hitte over de straat heen blazen. Het verschil in temperatuur tussen binnen en buiten is momenteel niet minder dan 20 graden: alsof je, iedere keer dat je een voet buiten de deur zet, een subtropisch zwembad betreedt.
Gisteren hebben we naast de eerder genoemde wijk Shibuya ook Harajuku bezocht. Harajuku heeft een voor Tokyo-se begrippen verbazingwekkend klein station (slechts twee perrons, we voelden ons bijna terug in Nederland) en ligt in de buurt van een van Japans’ belangrijkste heiligdommen: de Meiji-tempel. Hier wordt het gezicht van de openstelling van Japan in de jaren 1870, keizer Meiji, herdacht. De tempel, gelegen in een park ter grootte van het Nijmeegse Goffertpark, is een oase van rust. Geluid van verkeer en opdringerige reclames lijkt ineens heel ver weg wanneer je over de gigantische ommuurde pleinen die bij het heiligdom horen loopt. Het bewijst maar weer eens hoe in Japan oud en nieuw moeiteloos naast elkaar kunnen bestaan: niemand die het in zijn hoofd haalt het park eens flink te verkleinen om wat van de ongelooflijke kostbare grond een nieuwe bestemming te geven.
Tokyo is kandidaat om de Olympische spelen van 2016 te organiseren. Het comité dat de organisatie moet binnenslepen houdt het met haar slagzin simpel: ‘日本 だから, できる’, oftewel ‘Omdat dit Japan is, kan het’.
Daar twijfelen wij niet aan.
Morgen verslag van (hoogstwaarschijnlijk) een bezoek aan andere gebieden in Tokyo. Verder staan vanaf nu onze foto’s van gisteren online in de map 'Pim en Tom'. Klikt u hier!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten