Na ternauwernood aan een douanebeambte die onze koffer wilde omkeren te zijn ontsnapt, stonden Takuo en Tomoko ons in de aankomsthal op te wachten. Hoewel het erg onwerkelijk was om ze in plaats van online nu in het echt te zien, konden we onze gastouders eindelijk weer omhelzen. Na de eerste begroetingen trakteerden de Ikeda's ons op een flesje groene thee en stapten we in de auto om naar Higashimatsuyama te gaan. We konden gelijk al zien dat het leren van karakters zijn vruchten afwerpt omdat bijvoorbeeld het qua uiterlijk en uitspraak exotisch aandoendeトンネル信号 (tanerushingou) niet meer betekent dan tunnelstoplicht. Na enig gissen en combineren met de al dan niet aanwezige alfabetische transsriptie konden we volgen welke route Takuo nam om ons naar de Ikeda-residentie te brengen. Ook bleken de conversatielessen zoden aan de dijk gezet te hebben zodat we ons slechts met zeer minimale hulp van het Engels al in het Japans verstaanbaar konden maken. Omdat de zondag zelfs voor Japanners een dag is waarop ze rustiger aan doen, was er weinig verkeer en kwamen we omstreeks 9:30 uur aan op de Matsukazedai.
Aldaar viel ons een warm onthaal ten deel van Eri en Hiromi en we mochten onze intrek nemen in de Japanse kamer van hun appartement. Veel tijd om even uit te puffen was er niet, want we werden gelijk meegetroond naar een barbeque die door de Fujita’s, buren van de Ikeda's, was georganiseerd. Op het gemeenschappelijke akkertje had men een tent opgezet waaronder geestdriftig maiskolven en sukiyaki (geroosterde bami) werden geroosterd. Ook hadden de mannen al het nodige bier achter de kiezen waardoor het gesprek algauw op interessante onderwerpen kwam. De aanwezigen konden maar niet geloven dat Nederlanders het niet zo op insecten hebben terwijl Japanners vuistgrote kevers houden om deze te laten vechten tegen elkaar. Even later passeerden typisch Hollandse toeristische attracties de revue, waaronder de Keukenhof, ‘Amustorudamu’ en de tulp. Één man had zich kennelijk ingelezen over de tulp en kwam zelfs met het verhaal van de 17e eeuwse tulpenmanie op de proppen. Naarmate het gesprek en de bierconsumptie vorderden werden we een aantal keren uitgenodigd om mee te lopen in het plaatselijke Matsuri (festival) en daarin samen met Japanners de Mikoshi (draagbare tempel) te dragen. Om drie uur moesten we helaas terugkeren naar de Matsukazedai omdat we daar een afspraak hadden met Aoi Tanaka, maar men zegde toe speciale schoenen voor onze grote voeten te maken en ons te bellen wanneer het festival precies zou plaatsvinden.
Omstreeks een uur of vier arriveerde Aoi met haar moeder en zuster. Als gastgezin hadden we haar vijf jaar geleden in ons midden opgenomen, maar haar niet kunnen ontmoeten toen we in 2006 voor de eerste maal in Japan waren. Ze bleek tegenwoordig scheikunde te studeren aan de universiteit en na van ons een pak hagelslag en gestampte witte muisjes gekregen te hebben kregen we de uitnodiging om de volgende dag een rondleiding over de campus van haar universiteit te volgen. Na een uitgebreid overleg met onze gastvrouw Tomoko als tolk werd afgesproken dat we om 12:20u bij de supermarkt tegenover het huis van de Ikeda’s zouden wachten zodat de moeder van Aoi ons naar de universiteit zou kunnen brengen. Na dit bliksembezoek was het etenstijd en konden we genieten van een Japanse curry schotel, die in tegenstelling tot wat de term curry doet vermoeden in het geheel niet heet was, maar des te lekkerder. Zodra het diner genuttigd was en de vaat aan kant, gingen we over tot het traditionele aanbieden van cadeaus aan onze gastfamilie. Hoewel moeders niet gelukkig was met de hoeveelheid cadeaus die we hadden meegebracht vielen de meegebrachte waren stuk voor stuk in goede aarde. Onder meer de poffertjespan werd vol aandacht beschouwd en Takuo was dermate in zijn nopjes met de korenwijn dat alleen Tomoko hem nog kon weerhouden van het onmiddellijk inschenken van een borrel. Na het uitpakken der cadeaus vielen onze ogen door toedoen van de jetlag al bijna dicht, maar we konden via de webcam nog een snelle groet aan het thuisfront in Nederland brengen. Vervolgens wisten we niet hoe snel we de futons konden uitspreiden in de Japanse kamer en vielen we als een blok in slaap. Alles bij elkaar genomen was het een geweldige eerste dag omdat bleek dat onze verrichtingen voor de studie de communicatie een stuk vergemakkelijkten. Ook viel de vriendelijkheid en de oprechte interesse van de Japanners die we ontmoetten weer als een warme deken over ons heen. Het beloofde in ieder geval al veel goeds voor de dag van vandaag. Maar daarover, vanwege de jetlag, morgen meer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten